Stralend falen intervisiemethode
“Ik heb niet gefaald, ik heb simpelweg tienduizend manieren gevonden die niet werken.”
Thomas A. Edison 1879
De methode is gebaseerd op de uitspraken ‘falen mag’, ‘van falen kun je leren’. Toch blijven veel organisaties gericht op presteren en verbeteren en blijft het lastig een reflectieve lerende organisatie in te richten. Door de Tjipcast 107 met Lianne Hoogeveen werd ik getriggerd om iets met dat falen te doen. Ik had net de oplossingsgerichte en positieve intervisie methode naar een team opgestuurd. Ik dacht ik ga een intervisie methode ontwikkelen waar falen centraal staat. Stralend falen.
Binnen falen zijn drie onderwerpen essentieel:
- Faal gevoelens die mensen hebben zoals schaamte, teleurstelling, frustratie
- Faal eigenschappen zoals je onkunde, onhandigheid, onzorgvuldig
- Falende teams of organisaties. Instellingen die een verschil kunnen maken binnen hun werkveld of de maatschappij door falen als een lerende eigenschap te zien, waardoor je echt van fouten mag leren.
Deze intervisie methode helpt de deelnemers zich te richten op faalervaringen met een lerende focus. Een onderzoek naar faalervaringen om te komen tot 3 loop leren over de betekenis van falen en je oncomfortabel voelen. Fouten worden gezien als leermomenten, die je nóg succesvoller kunnen maken.
Voorwaarden:
- Veiligheid: alles wat verteld wordt, blijft binnen deze groep.
- Verantwoordelijkheid: iedereen levert een bijdrage aan een zinvolle intervisie
- Vertrouwen geven aan de voorzitter en de inbrenger.
Spreek vooraf af wie de voorzitter is en wie iets inbrengt.
Dat kan iets zijn wat je raakt, wat je methodisch of in de samenwerking lastig vindt.
- BLUNDER START 15 minuten
Begin met een openingsrondje:
Vertel je grootste blunder van de afgelopen periode, iets waar je ergernissen aan opgelopen hebt, wat je weg wilt gooien en wat je wil veranderen? Hier is het van belang dat je ergernissen over je eigen gedrag gaan en niet over het falen van anderen. Oftewel; waar ben je ontevreden over en waar wil je vanaf, wat roept op tot verbetering?
- Als er een storing is die je kwijt wil om verder te kunnen, vertel je deze kort en vertel je ook wat je oplossing zou kunnen zijn.
- De andere deelnemers luisteren zonder reactie.
- De voorzitter heeft de taak om de structuur te bewaken ieder doet op een eigen manier. De perfecte manier bestaat niet!
- DOELFORMULERING EN VERHELDERING 15 minuten
Deze fase richt zich op het nog scherper krijgen van de vraag en het doel.
- De inbrenger legt uit wat zij of hij wil inbrengen: een casus, een dilemma, iets wat raakte, een gevoel zoals bijvoorbeeld onzekerheid, of frustratie
- De andere deelnemers en de voorzitter stellen vragen om een doel voor de intervisie te formuleren. Denk daarbij aan de volgende vragen om een positief doel te formuleren:
- Wat wil je in plaats van het probleem?
- Donder-vraag: als je morgen wakker wordt en het probleem is nog erger geworden. Waar merkt je dat dan aan? Voel je je dan anders, doe je anders? Merken anderen daar iets van? Welke invloed heeft dat op je dag?
- Breng de inbrenger terug naar hem/haarzelf: Hoe is het probleem van de klant jou probleem geworden?
- Verhelderingsvragen: Wat is op dit moment het belangrijkste voor jou? Wat maakt het dat je er nu iets aan wilt doen? Welke feitelijkheden kun je nog meer vertellen over de situatie? Wie zijn betrokken bij dit probleem? Wat wil je te bereiken?
- Basis oplossingsgerichte vragen: Waarop hoop je na deze intervisie? Welk verschil zal dat maken voor jou, voor je cliënten, diens naasten, andere betrokkenen, je collega’s? Hoe zal je je voelen?
- De inbrenger herformuleert haar of zijn vraag.
- HET VINDEN VAN VAARDIGHEDEN EN TALENTEN 15 minuten
In deze fase sta je stil bij de vaardigheden en talenten die al – onbewust – ingezet zijn.
- Deze vraagt wordt uitgangspunt voor de verdere intervisie
- Door middel van faal-gerichte vragen aan de inbrenger wordt het inzicht vergroot.
- Faal-gerichte vragen zijn: De schaalvraag van 0-10, waar sta je nu wat jouw inbrengvraag betreft? Wat maakt dat je daar staat? Als je een stap terug zou staan wat is er dan veranderd?
- Welke acties hebben gefaald?
- Welke oordelen spelen een rol ?
- Hoe wordt het probleem erger?
- Wanneer heb jij meer last van het probleem?
- LEREN VAN FALEN EN WERKEN AAN ONTWIKKELING 15 minuten
Deze fase is gericht op de ondersteuning van de inbrenger in het zetten van stappen.
- Aan elke signalen merk je achteruitgang? Wat zal een stap terug en wat een stap vooruit zijn? Welk effect verwacht je daarmee?
- Welke stappen wil je herhalen?
- Wanner zijn de stappen te groot of juist te klein?
- Welke knellingen kunnen zich voordoen en wat helpt je deze te overwinnen?
- Welke overtuigingen zitten in de weg? Welke gevoelens, welke impulsen?
- Hoe ziet jou ijsberg eruit, wat speelt zich in jou – onzichtbaar – af en wat laat je zien.
- Iedereen tekent zijn/ haar ijsberg. Laat deze aan elkaar zien en geef een korte toelichting.
- Welke ontwikkeling zie je en hoe ga je dat vasthouden?
- Wat geeft je vertrouwen?
- Wie kan jou hierbij steunen en op welke manier?
- TERUGKIJKEN OM VERDER TE GAAN. 10 minuten
Deze fase is gericht op het ophalen van de inzichten en acties bij alle deelnemers.
- Wat hebben jullie uit deze intervisie gehaald?
- Wat was voor jou een belangrijk inzicht tijdens deze intervisie?
- Benoem je faal kanten en waar je ontwikkeling ziet?
- Wat is jouw bijdrage geweest?
TER AFSLUITING
Tot slot vult iedereen vult de Groep Rating Scale over de intervisie. Spreek af wie de scores verzamelt en deelt met de andere deelnemers.
Je geeft antwoord op 4 vragen
- Relatie en interactie 0———10
- Doelen en onderwerpen 0———10
- Aanpak en werkwijze 0———10
- Algeheel 0———10