Intervisie methode 4 – Casus

Stappenplan voor een casus gerichte intervisie

Reflectie is een vorm van nadenken over het (eigen) handelen in een praktijksituatie, waarvan je kunt leren. Doel van reflectie is het verbeteren van uw professionele handelen, zodat u nog betere hulp kunt bieden. Het gaat bij reflectie niet om reflecteren op het proces van de cliënt, maar juist om reflectie op uw eigen proces als hulpverlener. U reflecteert op uw handelen en betrekt daarbij de kennis en kunde waarmee u uw handelen kunt uitleggen en onderbouwen. Uw professionele standaarden (beroepscode en vakinhoudelijke richtlijnen) kunnen hierbij helpen. Deze manier van reflecteren ondersteunt uw vakinhoudelijke ontwikkeling.

Er worden drie dimensies onderscheiden bij reflecteren:

  • Gebruik ik de juiste methoden, technieken en richtlijnen?
    • En kan ik uitleggen waarom? (Technisch instrumentele dimensie)
  • Maak ik de juiste (beroepsethische) afwegingen?
    • En hoe komen deze tot stand?   (Normatieve dimensie)
  • Doe ik mijn werk op een manier die bij mij past? (Persoonlijke dimensie)

Deze drie dimensies komen in samenhang aan bod

De ingebrachte casussen gaan over een dilemma, een vraag, omtrent je eigen proces als hulpverlener. Jullie reflecteren op het handelen en betrekken daarbij de kennis en kunde waarmee je het handelen kunt uitleggen en onderbouwen.

  1. Introductie
  • Taak en rol verdeling
  • Inbrenger
  • Gespreksleider
  • Deelnemers stellen verhelderende en verdiepende vragen, geven advies
  • Methodische vragen, technisch instrumentele dimensie
  • Vragen over hoe de afwegingen, normatieve dimensie
  • Vragen over de persoon van de inbrenger, persoonlijke dimensie
  1. Probleemverkenning
  • De gespreksleider vraagt de casusinbrenger om de situatie en vraag toe te lichten. De inbrenger beschrijft een concrete situatie meestal een dilemma of probleem i.h.k.v. professioneel handelen, wat hem of haar bezig houd
  • De deelnemers stellen vragen op basis van de taakverdeling. Zij maken vooral gebruik van open vragen, samenvattingen, luisterreacties en stiltes.
    • Vragen gericht op verheldering of verdieping.
    • Let op dat het alleen om vraagverheldering gaat en er geen oordeel of advies wordt gegeven.
    • Doel van deze stap is: “Hebben we alle dimensies van de vraag echt goed in beeld?”
  1. Probleembeschrijving
  • Groepsleden formuleren één of meer beschrijvingen
  • De inbrenger formuleert op basis van de beschrijvingen van de deelnemers nogmaals zijn/haar vraag.
  • Advisering
  • Iedere deelnemer formuleert tenminste één advies omtrent deze vraag van de inbrenger.
  • De gesprekleider ziet erop toe dat de adviezen in de richting van de 3 dimensies geformuleerd worden.
  • De inbrenger reageert op de adviezen: wat spreekt aan, wat niet en waarom

5. Evaluatie

Inbrenger en deelnemers evalueren het intervisieproces. Wat nemen de inbrenger eruit mee en wat is diens volgende actie? Wat neemt elke deelnemer en de gespreksleider mee uit de uitwisseling van deze intervisie?