3.06: De socratische dialoog

De socratische dialoog geeft de inbrenger maximale regie over de richting van de inbreng. 

Stap 1
Toelichting van het onderwerp of de vraag door de inbrenger; situatieschets, betrokken partijen, probleemstelling.

De deelnemers stellen vragen ter verheldering.

De intervisie begeleider geeft een samenvatting, deelt post-its uit of vraagt de chat te gebruiken.

Stap 2
Deelnemers stellen minimaal 1 open en maximaal 3 open vragen. Dit is afhankelijk van het aantal deelnemers en de beschikbare tijd. De deelnemers schrijven elke vraag afzonderlijk op een post-it of in de chat.

De intervisie begeleider ziet erop toe dat de vragen open zijn.

Stap 3
De inbrenger typeert vragen in neutraal, warm en koud – oftewel – een vraag die nog niet ingedeeld kan worden, die nieuwsgierig maakt of raakt, een vraag die minder relevant wordt ervaren.

Stap 4
De inbrenger beantwoord de warme vragen.

Stap 5
De inbrenger herformuleert het onderwerp of de vraag.

Stap 6

  • Deelnemers onderzoeken de mogelijke krachten in de persoon of organisatie ten aanzien van de geherformuleerde vraag.
  • De inbrenger benoemd de inzichten die hieruit naar voren komen.
  • Deelnemers kunnen actie adviezen geven gebaseerd op hun overwegingen.

Stap 7
De inbrenger vertelt hoe deze het onderwerp gaat aanpakken. Wat de eerstvolgende actie is.