2.07: Stralend falen intervisiemethode

“Ik heb niet gefaald, ik heb simpelweg tienduizend manieren gevonden die niet werken.” Thomas A. Edison 1879

 De methode is gebaseerd op de uitspraken ‘falen mag’, ‘van falen kun je leren’. Toch blijven veel organisaties gericht op presteren en verbeteren en blijft het lastig een reflectieve lerende organisatie in te richten. Door de Tjipcast 107 met Lianne Hoogeveen werd ik getriggerd om iets met dat “falen” te doen. Ik had net de oplossingsgerichte en positieve intervisie methode naar een team opgestuurd. Ik dacht ik ga een intervisie methode ontwikkelen waar falen centraal staat. Zo ontstond de Stralend Falen intervisiemethode.

Bij de stralend falen methode gaan we uit van de volgende invalshoeken:

  • Faal gevoelens die mensen hebben zoals schaamte, teleurstelling, frustratie
  • Faal eigenschappen zoals je onkunde, onhandigheid, onzorgvuldig
  • Falende teams of organisaties. Instellingen die een verschil kunnen maken binnen hun werkveld of de maatschappij door falen als een lerende eigenschap te zien, waardoor je echt van fouten mag leren.

Deze intervisiemethode helpt de deelnemers zich te richten op faalervaringen met een lerende focus. De inbrenger onderzoekt eigen faalervaringen om te komen tot diepgaand leren over de betekenis van falen en je oncomfortabel voelen. Fouten worden gezien als leermomenten, die je nóg succesvoller kunnen maken. In de stralend falenmethode zijn elementen gebruikt van het ui-model en krachtgericht coachen van Korthagen

Voorwaarden:

  • Veiligheid: alles wat verteld wordt, blijft binnen deze groep.
  • Ook hier hebben storingen voorrang.
  • Verantwoordelijkheid: iedereen levert een bijdrage aan een zinvolle intervisie
  • Vertrouwen geven aan de voorzitter en de inbrenger.

Spreek vooraf af wie de voorzitter is en wie iets inbrengt. Dat kan iets zijn wat je raakt, wat je methodisch of in de samenwerking lastig vindt.

  1. BLUNDER START (10 minuten)

    Begin met een openingsrondje:

    Iedereen vertelt een blunder. Een misser van de afgelopen periode. Iets waarvoor je je schaamt, waar je jezelf over veroordeelt, wat je lastig vindt om te vertellen. Het is van belang dat de situatie over je eigen handelen gaat en niet over het falen van anderen.

    • De andere deelnemers luisteren zonder reactie.
    • De voorzitter heeft de taak om de tijd en de voortgang te bewaken. Iedere voorzitter doet dat op een eigen manier. De perfecte manier bestaat niet!
  2. DOELFORMULERING EN VERHELDERING (10 minuten)

    Deze fase richt zich op het nog scherper krijgen van de vraag.

    • Er wordt gekozen voor een van de ingebrachte blunders.
    • De inbrenger vertelt nog een keer zijn/ haar blunder en de vraag die hij/zij daarbij heeft.
    • De andere deelnemers en de voorzitter stellen vragen om een doel voor de intervisie te formuleren. Denk daarbij aan de volgende vragen om een doel te formuleren:
      • Wat wil je in plaats van het faalgevoel?
      • Donder-vraag: als je morgen wakker wordt en het probleem is nog erger
        Waar merkt je dat dan aan? Voel je je dan anders, doe je anders?
        Merken anderen daar iets van? Welke invloed heeft dat op je dag?
      • Waar zou je als je deze blunder van jou op een feestje zou vertellen, achteraf om kunnen lachen?
      • Hoe had het nog veel erger kunnen zijn?
      • Hoe is het probleem van de ander jou probleem geworden?
      • Wat werkte niet in deze situatie?
      • Hoe heb jij jezelf belemmerd?
      • Verhelderingsvragen: Wat is op dit moment het belangrijkste voor jou? Wat maakt dat je er nu iets aan wilt doen? Welke feitelijkheden kun je nog meer vertellen over de situatie? Wie zijn betrokken bij deze situatie? Wat wil je bereiken? Wat zou je het liefste willen? Wat is je ideaal? Hoe ziet jouw gewenste situatie er precies uit? Hoe ziet jouw gewenste situatie er precies uit? Hoe zou je heel graag willen dat de situatie zou zijn? Hoe voelt die gewenste situatie? Hoe voelt die gewenste situatie?
      • Basis oplossingsgerichte vragen: Waarop hoop je na deze intervisie? Welk verschil zal dat maken voor jou, voor je doelgroep, andere betrokkenen, je collega’s? Hoe zal je je voelen?

De inbrenger herformuleert naar aanleiding van de gestelde vragen haar of zijn vraag.

    • De geformuleerde vraag uit stap 2 wordt uitgangspunt voor de verdere intervisie
    • Door middel van faal-gerichte vragen aan de inbrenger wordt het inzicht vergroot.

3. HET VINDEN VAN VAARDIGHEDEN EN TALENTEN (15 minuten)

In deze fase sta je stil bij de vaardigheden en talenten die al – onbewust – ingezet zijn.

  • De geformuleerde vraag uit stap 2 wordt uitgangspunt voor de verdere intervisie
  • Door middel van faal-gerichte vragen aan de inbrenger wordt het inzicht vergroot.
    • Faal-gerichte vragen zijn: De schaalvraag van 0-10, waar sta je nu wat jouw inbrengvraag betreft? Wat maakt dat je daar staat? Als je een stap terug zou staan wat is er dan veranderd?
    • Welke acties hebben gefaald? Wat heeft niet gewerkt?
    • Welke oordelen spelen een rol?
    • Hoe wordt het probleem erger?
    • Wat had je van jezelf in stand gehouden als je het niet geprobeerd had?
    • Wanneer heb jij meer last van het probleem?
    • Welke kwaliteiten laat jij regelmatig zien?
    • Wat heb jij gedaan tijdens het faalmoment?
    • Wat heb je nagelaten tijdens het faalmoment?

De voorzitter vat de vaardigheden en talenten samen die genoemd zijn.

  1. LEREN VAN FALEN EN WERKEN AAN ONTWIKKELING (15 minuten)

    Deze fase is gericht op de ondersteuning van de inbrenger in het zetten van stappen.

    • Aan welke signalen merk je achteruitgang? Wat zal een stap terug en wat een stap vooruit zijn? Welk effect verwacht je daarmee?
    • Welke stappen wil je herhalen?
    • Wanner zijn de stappen te groot of juist te klein?
    • Welke knellingen kunnen zich voordoen en wat helpt je deze te overwinnen?
    • Welke overtuigingen zitten in de weg? Welke gevoelens, welke impulsen?
    • Hoe belemmer jij jezelf om te doen wat je diep in je hart wilt?
    • Hoe ziet jouw ui eruit, wat speelt zich in jou – onzichtbaar – (overtuiging, identiteit, betrokkenheid, kernkwaliteiten) af en wat laat je zien (omgeving, gedrag en vaardigheden). De inbrenger tekent zijn/ haar ui. De andere deelnemers tekenen ook de ui van de inbrenger.
    • Welke ontwikkeling zie je en hoe ga je dat vasthouden?
    • Welke les heb je hieruit geleerd?
    • Wat geeft je vertrouwen?
    • Welke kwaliteiten zou je goed kunnen gebruiken in deze situatie?
    • Wie kan jou hierbij steunen en op welke manier?
    • Welke gedachte/mantra zorgt voor acceptatie/vergeving van je falen?
    • Welke positieve gevolgen heeft het gehad dat je faalde?
  1. TERUGKIJKEN OM VERDER TE GAAN (10 minuten)

Deze fase is gericht op het ophalen van de inzichten en acties bij alle deelnemers.

  • Wat heeft iedereen afzonderlijk uit deze intervisie gehaald?
  • Wat was voor jou een belangrijk inzicht tijdens deze intervisie?
  • Benoem je faal kanten en waar je ontwikkeling ziet?
  • Wat is jouw bijdrage geweest aan deze bijeenkomst?
  • Wat neem je mee?

Evaluatie

Iedereen vult de Group Rating Scale in over de intervisie. Spreek af wie de  scores verzamelt en deelt met de andere deelnemers.

Je geeft een waarde op 4 vragen

  • Relatie en interactie             0———10
  • Doelen en onderwerpen      0———10
  • Aanpak en werkwijze           0———10
  • Algeheel                                  0———10

 

Kaartjes

Onder de benodigdheden vind je vragen uit de stralend falen methode. je kunt ze uitknippen en uitdelen aan de deelnemers.