1.14 Incidentmethode

Incidentmethode

Bij de incidentmethode wordt een gebeurtenis uit de werksituatie van één van de deelnemers op gestructureerde wijze besproken.

Stap 1:  Introductie

De inbrenger vertelt een werksituatie (zonder afloop) met een leervraag.

  • Indien de inbrenger bekend is kan de inbreng vooraf aangeleverd worden.
  • Is er geen inbrenger afgesproken, dan is een ronde waarin iedereen een gebeurtenis uit de praktijk inbrengt. Valkuil hierbij kan zijn dat niemand iets inbrengt.

 

Stap 2:  Probleemverkenning

De inbrenger vertelt de werksituatie. Ook de gevoelens, overwegingen en interacties.

De ideeën, oplossingen en beschrijvingen van wat er na deze situatie gebeurde worden nog weggelaten.

De groepsleden stellen eerst verduidelijkingsvragen vragen aan de ‘inbrenger’en daarna verdiepende vragen.

Iedere deelnemer stelt open vragen die men heeft om meer inzicht te krijgen.

 

Stap 3:  Percepties onderzoeken

Ieder schrijft voor zichzelf zijn/haar beeld van het probleem op. Wanneer iedereen klaar is worden de verschillende percepties op een flap genoteerd. De ‘inbrenger’ geeft een reactie op de verschillende percepties die op de flap zijn genoteerd. De groep praat over de verschillende percepties en de ‘inbrenger’ kiest uit met welke wordt verder gegaan

 

Stap 4:  Adviesronde

Iedere deelnemer formuleert een advies, de inbrenger geeft aan welk advies aanspreekt en waarom.

 

Stap 5:  Opbrengst

De ‘inbrenger’ begint en geeft aan welke suggesties hij/zij gaat gebruiken. Daarna vertellen de andere deelnemers wat zij meenemen uit de uitwisseling.