Met de incidentmethode wordt een ervaring uit het werk van één van de deelnemers stapsgewijs besproken.
De inbrenger vertelt een werksituatie – zonder afloop – en formuleert daarbij een vraag.
De inbrenger vertelt de werksituatie zo concreet mogelijk en benoemt daarbij diens behoeften, gevoelens, overwegingen, acties.
De ideeën, oplossingen en beschrijvingen van wat er na deze situatie gebeurde worden weggelaten.
De deelnemers stellen eerst verduidelijkingsvragen aan de ‘inbrenger’ en daarna als de volledige situatie helder is verdiepende vragen.
Hierbij is het belangrijk dat alle vragen open vragen zijn.
Iedere deelnemer formuleert een advies, de inbrenger geeft aan wat in welk advies aanspreekt.
De ‘inbrenger’ begint en geeft aan welke suggesties hij/zij gaat gebruiken en welke actie daaruit volgt. Daarna vertellen de andere deelnemers wat zij meenemen uit de uitwisseling.